Ga naar de inhoud

Stefanie – is alumnus van de opleiding “perioperatief verpleegkundige”

Niet één maar twee zorgopleidingen tegelijkertijd afronden. Stefanie Mikha heeft het recent volbracht. Zij heeft de HBO opleiding “perioperatieve verpleegkunde” (voorheen technische stroom) aan de Fontys Hogeschool gevolgd. Tijdens deze vier jaar durende opleiding volbracht zij zowel theorie en praktijk voor de opleiding operatieassistent en verpleegkunde.

Stefanie wilde aanvankelijk de opleiding verpleegkunde volgen na haar HAVO diploma. Tijdens een open dag bij Fontys in Zwolle werd haar aandacht getrokken tot een voor haar onbekende opleidingsvariant. Een opleiding waar je niet alleen een diploma voor verpleegkundige mee behaald maar ook een diploma voor operatieassistent (of anesthesiemedewerker).

Ondanks dat Stefanie nooit eerder had gedacht aan een carrière op de operatiekamer sprak het haar direct aan. Om na te gaan of het werk bij haar past heeft zij een meeloopdag aangevraagd bij een ziekenhuis in de buurt van haar woonplaats. Helaas werd dit verzoek afgewezen. Hierdoor moest Stefanie een keuze maken op basis van informatie uit de studiebrochure en van het internet.
“Tijdens mijn oriëntatie heb ik getwijfeld tussen operatieassistent en anesthesiemedewerker,” vertelt Stefanie. “Het was een moeilijke keuze, want beide vakgebieden spraken me aan.” Uiteindelijk koos ze voor de richting van operatieassistent.

Selectieprocedure

Het volgen van twee opleidingen tegelijk is een behoorlijke opgave. Hierdoor kent deze opleiding een selectieprocedure. De selectieprocedure verschilt per opleidingsinstelling. Bij Hogeschool Fontys moest Stefanie, na haar aanmelding, een instapopdracht maken en een selectiegesprek voeren. Ze werd toegelaten tot de opleiding. Helaas slaagde ze dat jaar niet voor haar HAVO examen. Daardoor mocht ze niet starten met de opleiding.

Het jaar daarop behaalde Stefanie alsnog haar HAVO diploma en schreef ze zich opnieuw in voor de opleiding. Spijtig genoeg werd ze deze keer afgewezen.
Ondanks de teleurstelling startte Stefanie met de reguliere opleiding tot verpleegkundige. Toch merkte zij dat de operatieve kant haar bleef interesseren. Aan het eind van het eerste studiejaar waagde ze opnieuw een poging voor de opleiding tot “perioperatieve verpleegkunde”. Deze keer werd zij (wederom) toegelaten.

Opbouw van de studie

In het eerste jaar van de opleiding richtte Stefanie zich vooral op theorie over verpleegkunde en operatieve zorg en technieken. Daarnaast mocht ze acht weken stage lopen op een operatiecomplex.

In het tweede jaar volgde ze een zes maanden durende verpleegkundige stage, die ze uitvoerde in een instelling voor mensen met dementie. Deze stage kan echter ook plaatsvinden in andere zorginstellingen, zoals de gehandicaptenzorg, thuiszorg of een ziekenhuis.
Halverwege het tweede jaar verschoof de focus naar het werk van een operatieassistent. Hoewel ze nog steeds verpleegkundige theorie kreeg, lag de nadruk vanaf dit moment meer op de lessen operatieve zorg en technieken (OZT).

Vanaf het derde jaar werkte Stefanie fulltime op de operatiekamer. Stefanie heeft het praktijkgedeelte van haar opleiding tot operatieassistent uitgevoerd in het UMC in Utrecht.

Uitdagingen

De CZO-opleiding duurt drie jaar, terwijl je bij de opleiding tot perioperatief verpleegkundige twee jaar praktijkervaring opdoet op de operatiekamer. Stefanie heeft het idee dat ze door de kortere tijd in de praktijk iets sneller dan haar collega’s overging van minder complexe ingrepen naar meer complexe ingrepen.
Ondanks deze snellere voortgang heeft zij hier geen moeite mee gehad. Wellicht komt dit doordat de aangeboden theorie vanuit haar opleiding goed aansloot bij de beroepspraktijk.

Waar Stefanie wel een uitdaging in had tijdens de opleiding was het vinden van een balans tussen perfectionisme en flexibiliteit. Vooral als zij voor het eerst aan tafel stond bij een ingreep die ze nog niet eerder had geïnstrumenteerd. Stefanie zorgde dat ze het protocol goed kende en alle benodigde sets goed had bestudeerd. Dit maakte dat zij soms minder flexibel aan tafel stond wanneer een ingreep afweek van het protocol. “Gedurende de opleiding heb ik geleerd te vertrouwen op wat ik kan en vooral mee te blijven kijken met de operateur om vervolgens daarop in te spelen.”  Dit heeft Stefanie heel erg geholpen in haar ontwikkeling tot operatieassistent.

Administratie competenties

Bij de opleidingen tot operatieassistent en verpleegkundige overlappen veel leerdoelen. Zo leer je bij beide opleidingen bijvoorbeeld hoe je een blaascatheter inbrengt of medicatie op een hygiënische manier optrekt. Hoewel deze handelingen hetzelfde zijn, moeten ze voor beide opleidingen apart worden geregistreerd en beoordeeld.

De reden hiervoor is dat de opleiding perioperatieve verpleegkunde feitelijk twee afzonderlijke opleidingen zijn die je tegelijkertijd volgt. De opleidingen maken gebruik van verschillende beoordelingsmethoden: de opleiding tot verpleegkundige werkt met het CanMEDS-model, terwijl de opleiding tot operatieassistent de EPA-methode hanteert. Beide methoden richten zich op het beoordelen van competenties, maar ze hebben elk hun eigen benadering en focus. Hierdoor moet dezelfde handeling in beide systemen apart worden afgetekend, wat voor extra administratie zorgt.

Niet alle leerdoelen overlappen tussen de opleidingen tot verpleegkundige en operatieassistent. Sommige zijn specifiek voor één van de twee opleidingen. De leerdoelen voor de opleiding tot verpleegkundige kun je behalen tijdens de zes maanden durende stage in het tweede jaar, of tijdens andere verpleegkundige stages, zoals op de verkoever of de spoedeisende hulp.

Als student ben je zelf verantwoordelijk voor het verzamelen van bewijs dat aantoont dat je de leerdoelen hebt behaald. Dit vraagt om nauwkeurige administratie, omdat je moet bijhouden welke doelen zijn afgetekend en voor welke opleiding deze gelden.

Officieel HBO diploma

De opleiding “perioperatieve verpleegkunde” is intensief, met een gemiddelde studiebelasting van 48 uur per week. Stefanie ziet dit als een investering. Door het behalen van beide opleidingen heeft zij uiteindelijk meer keuze waar zij wilt werken. Het is mogelijk om afwisselend te werken op de operatiekamer en de verpleegafdeling of een keuze te maken voor één van beide. De carrièremogelijkheden, door het behalen van een officieel HBO diploma inclusief BIG registratie, zijn in ieder geval een stuk ruimer.

Stefanie heeft gekozen om haar carrière voort te zetten als operatieassistent. Hoewel ze de verpleegkundige kant ook nog steeds leuk vindt, wist ze na een week stage lopen op de OK al dat dit haar toekomstige werkplek was. Stefanie is recent gestart als gediplomeerd operatieassistent in het UMC in Utrecht. Zij zal met name gaan werken op het cluster endovasculaire-, cardiothoracale- en transplantatiechirurgie. Haar interesse voor deze ingrepen is aangewakkerd tijdens haar opleiding.

Tijdens haar stage bij de cardiochirurgie heeft zij gezien hoe ingrijpend het kan zijn om mensen te helpen met hart- en vaatproblemen. “Zo stond ik voor het eerst tijdens een harttransplantatie in een lege borstkas te kijken, waar even later weer een kloppend hart in zat! Hoe fascinerend is dat!?”

Het besef dat je als operatieassistent een cruciale rol kunt spelen in zo’n ingrijpend proces en het verschil kunt maken voor de patiënt en het leven van de patiënt postoperatief, was het moment waarbij Stefanie dacht: “Ik wil deel uitmaken van dit bijzondere team om zelf mijn bijdrage te leveren aan de zorg voor hart- en vaat patiënten.”

Logistiek project UMCU

Naast haar werk op de operatiekamer mag Stefanie een project opstarten in het UMC naar aanleiding van haar scriptie.

“We werken aan een plan waarbij logistiek medewerkers bepaalde taken overnemen, zoals het klaarzetten van implantaten en het gereedmaken van de operatiekamer voor de volgende ingreep. Dit geeft operatieassistenten meer tijd en ruimte om zich te richten op hun kerntaken.”

De bedoeling is dat een aantal geselecteerde logistiek medewerkers taken gaan uitvoeren om de werkdruk van de operatieassistenten te verlichten.
Er zijn enkele fases uitgewerkt. Als een fase goed werkt wordt er pas een volgende fase opgestart. Momenteel volgen vijf logistiek medewerkers een opleiding over onder andere steriliteit en hygiëne.

Tijdens deze eerste fase zullen de logistiek medewerkers straks de instrumenten netten gaan wegbrengen na OK en de implantatenkarren aanvullen.

Blik op de toekomst

Toekomstige plannen omvatten onder andere het assisteren bij het opruimen en inrichten van de operatiekamer, zoals het opruimen van röntgenapparaat of het halen van de laser. Hoewel de operatieassistent uiteindelijk verantwoordelijk blijft voor de aanwezigheid van alle benodigdheden, zou het al veel schelen als logistiek medewerkers de apparatuur van en naar de operatiekamer vervoeren. Op de lange termijn hoopt Stefanie dat deze medewerkers zelfs kunnen functioneren als opdekmedewerkers, door materialen en instrumentennetten klaar te zetten voor aanvang van de operatie. Hoewel dat nog toekomstmuziek is, gelooft zij dat het in de praktijk goed uitvoerbaar zou kunnen zijn. Stefanie krijgt de kans om haar ideeën uit het logistieke project te presenteren tijdens het Benchmark OK-congres. Dit congres, gericht op OK-medewerkers, behandelt best practices, innovaties en inspirerende onderwerpen rondom het werken op een operatiecomplex. Dat is nog eens een toffe kickstart van haar carrière.  

Deel dit interview:



Lees ook de andere interviews!