“Wij zijn de bitches van het ziekenhuis.” Volgens Sanne is dat het grootste vooroordeel over operatieassistenten. Dat klopt echt niet. Onlangs mocht een leerling-verpleegkundige twee dagen meelopen op de operatiekamer. Aan het eind van deze dagen gaf ze aan verrast te zijn over hoe leuk het was op de OK. Ze zag hoeveel plezier we hadden tijdens het werk en ze merkte op dat we veel empathischer zijn dan ze van te voren had verwacht.
Presteren onder druk
De communicatie van een operatieassistent kan soms direct zijn, kort en bondig. Als je snel moet handelen of volledig gefocust bent, wil je niet steeds “alstublieft” en “dank u wel” zeggen.
Bij stressvolle of heftige situaties is het daarnaast soms handig om je eigen gevoelens en gedachten tijdelijk af te sluiten. Deze komen later wel weer terug als de situatie onder controle is. Dit komt wellicht als minder empathisch over maar hierdoor kun je jouw taak op dat moment beter uitvoeren.

Wat ons werk volgens Sanne bijzonder maakt, is de nauwe samenwerking met medisch specialisten en collega’s. Bij een kijkoperatie staan de chirurg en de assisterende bijvoorbeeld vaak heel dicht naast elkaar, echt in elkaars persoonlijke ruimte.
Nog een voorbeeld. Als we een operatie uitvoeren aan een arm dan ligt de arm vaak op een armtafel. Veelal zitten de chirurg en assisterende dan tegenover elkaar. Om dit te laten passen onder de relatief smalle armtafel zitten de benen erg dicht bij elkaar in de buurt.
Doodongelukkig
Sanne beschrijft zichzelf als een atypische operatieassistent. Terwijl veel operatieassistenten een zorgachtergrond hebben, zoals verpleegkundige of doktersassistent, heeft Sanne een andere weg bewandeld. Na haar VWO begon ze aan de studie biomedische wetenschappen, maar ontdekte al snel dat dit te wetenschappelijk voor haar was. In het tweede studiejaar van biomedische wetenschappen, toen zij 21 jaar was, besefte Sanne zich tijdens een opdracht in het laboratorium dat dit helemaal niet bij haar past. Doodongelukkig zou ze worden als dit haar toekomstige baan werd.
Samen met een studiebegeleider ontdekte ze dat ze meer een doener is en dat een praktisch beroep beter bij haar zou passen. Uiteindelijk koos ze voor de opleiding tot operatieassistent, aangetrokken door de combinatie van medisch en praktisch werk. Geneeskunde heeft ze nooit serieus overwogen. “Ik zag mezelf gewoon niet als arts werken”.

Sanne heeft bewust gekozen om te werken in een algemeen (perifeer) ziekenhuis. In een academisch ziekenhuis is het assisteren tijdens een operatie vaak de taak van een arts-assistent. Dat leek Sanne juist een leuk onderdeel van het werk als operatieassistent. In een algemeen ziekenhuis is de kans veel groter dat je kunt assisteren bij een operatie.
Pittige bereikbaarheidsdiensten
In 2009 begon Sanne haar opleiding in het toenmalige Lievensberg Ziekenhuis in Bergen op Zoom (tegenwoordig Bravis Ziekenhuis). Ze vond het werken op de operatiekamer geweldig. Ik was een ijverige leerling, de opleiding ging zoals Sanne het omschrijft “van een leien dakje”.
De bereikbaarheidsdiensten hebben het meeste indruk gemaakt op Sanne tijdens de opleiding.
In mijn opleidingstijd was een weekenddienst nog echt één weekend dienst, van vrijdagmiddag half 5 tot maandagochtend 8 uur. In mijn eerste weekenddienst heb ik 32 uur gewerkt. Dit was ontzettend leerzaam, ik stond bij operaties die tijdens een normale dagdienst niet vaak voor kwamen.
Haar eerste nachtdienst kan zij zich ook nog goed herinneren. Driemaal werd zij haar bed uitgebeld door de Gynaecologie. “Ik ben niet op mijn best in de nacht,” zegt Sanne. Ik realiseerde mij dat gynaecologie waarschijnlijk niet mijn favoriete specialisme ging worden.
De liefde ging inderdaad naar een ander vakgebied , de KNO, aangewakkerd door een enthousiaste werkbegeleider. De diversiteit aan patiënten en ingrepen spraken Sanne aan, van jonge tot oude patiënten, mannen en vrouwen.

De leukste ingrepen vond Sanne operaties van halscysten en aan de speekselklier van de onderkaak. Bij voorkeur als assisterende operatieassistent. Als assisterende ben je op een andere manier bezig met de operatie, je kunt echt meedenken.
Als assisterende merk je hoe cruciaal een goede instrumenterende is, en als je instrumenteert, merk je hoe belangrijk een goede omloop is. Het is ontzettend fijn als de omloop alert is. Dat de omloop hoort en ziet wat er aan tafel gebeurt, ook al is de omloop bezig met andere werkzaamheden of in gesprek met een collega. Er wordt wel gesproken over “OK oren en het zesde zintuig” die je hiervoor als student operatieassistent moet ontwikkelen.
Uitdaging gezocht
Sanne heeft de afgelopen jaren niet stil gezeten. Zij is programmacoördinator geweest, scholingscoördinator en recent praktijkopleider. Voor praktijkopleider volgt zij momenteel een studie die nog een half jaar duurt.
Dat is niet de enige studie die zij volgt. De opleiding tot operatieassistent, in combinatie met haar VWO diploma, was voldoende om toegelaten te worden tot een universitaire pre-master. Deze heeft Sanne inmiddels afgerond. Momenteel volgt zij een universitaire master “Medical Humanities”.
Er was nog ruimte om naast haar gezin en twee studies een derde uitdaging aan te gaan. Sanne heeft begin juni haar laatste dag gewerkt als operatieassistent. Binnenkort gaat zij starten als senior beleidsadviseur opleiden en ontwikkelen. “Gek idee, ik moet nu gaan nadenken in de ochtend wat voor kleding ik aan zal trekken.” Voor een werkdag op de operatiekamer hoefde ik hier niet over na te denken, er was namelijk één keuze, een blauwe scrubsuit.
“Ik denk dat ik de groepsdynamiek het meeste ga missen. Op de operatiekamer werkt een groot team met allemaal verschillende persoonlijkheden. Ik ga nu werken bij een grote organisatie maar in een klein team. Ook de onvoorspelbaarheid van de dag ga ik echt wel missen.”
Ik heb het werk altijd leuk gevonden, ik zou het zo weer opnieuw doen. Ons prachtige beroep verdient namelijk meer aandacht en bekendheid!
Deel dit interview:
Lees ook de andere interviews!